Privacyrecht en journalistiek

August 7, 2018

We hebben allemaal recht op privacy, maar een beetje minder als er een journalist langskomt. Dat is lastig te verteren als je eigenaar bent van meerdere huizen en je door je huurders beschuldigd wordt van allerlei criminele praktijken. Als er dan een tv-programma aan je wordt gewijd, waarbij je woonhuis in beeld komt, kun je natuurlijk proberen om uitzending te verhinderen omdat je persoonsgegevens in strijd met de wet worden verwerkt. Op die manier probeerde een verhuurder onlangs te verhinderen dat SBS6 het televisieprogramma ‘Foute boel’ uitzond. Tevergeefs.

De rechtbank Breda oordeelde op 5 juli 2018 dat de uitzending door mocht gaan. Goed nieuws voor de vrijheid van meningsuiting in het algemeen, en de makers van de uitzending in het bijzonder, zou je denken. Mooi dat de rechter opkomt voor de rechten van een kwetsbare groep mensen (de huurders die zwak staan tegenover een verhuurder). Maar de manier waarop de rechter het privacyrecht toepast, verdient geen navolging.

Journalistieke exceptie

De Algemene verordening gegevensbescherming (hierna: AVG) is maar voor een klein deel van toepassing op journalistieke uitingen. Die uitzondering is nodig om als maatschappij een evenwicht te vinden tussen de gelijkwaardige grondrechten van privacy en vrijheid van meningsuiting. Normaal gesproken worden dergelijke ruzies over reputatieschade door de pers via het burgerlijk recht beslecht, via een beroep op het artikel van de onrechtmatige daad. En dan maakt de rechter een integrale afweging van de rechten en belangen uit de artikelen 8 en 10 van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens.

Europees Hof voor de Rechten van de Mens

De Raad van Europa (de samenwerking van inmiddels 47 landen in Europa) heeft de jurisprudentie over de persvrijheid van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens onlangs mooi samengevat in de ‘Guidelines on Safeguarding Privacy in the Media'.

Er zijn bij het Hof in Straatsburg veel rechtszaken gevoerd over de (roddel)pers. Die zaken draaien vooral om de vraag of de publicatie kan bijdragen aan een algemeen publiek belang, of alleen is bedoeld om de nieuwsgierigheid te voeden van de lezers. Ze gaan ook over de vraag hoeveel recht op privacy ‘publieke’ personen hebben. Uit de jurisprudentie blijkt dat journalisten bij misdaadverslaggeving extra moeten opletten of het gaat om mensen die verdacht zijn of veroordeeld. Ze moeten ook voorkomen (door goed onderzoek, en door hoor en wederhoor) dat ze ongegronde, ongecontroleerde beschuldigingen verspreiden.

Voorzieningenrechter Breda

De voorzieningenrechter van de rechtbank Breda lijkt deze criteria te gebruiken. De rechter beschrijft dat het gerechtshof Amsterdam de man al eerder ‘huisjesmelker’ heeft genoemd. Bovendien steunt de uitzending op een grote stapel publicaties over de kwalijke verhuurpraktijken van de betrokkene én heeft de producent gevraagd om wederhoor, met een gedetailleerde beschrijving van de klachten die in de uitzending zouden worden behandeld.

Maar vervolgens gaat de rechter in op de argumenten van de verhuurder over de AVG. En daar valt wel wat op af te dingen. De advocaat van de verhuurder betoogt dat het filmen van diens villa en het vermelden van de strafrechtelijke veroordeling als huisjesmelker een schending is van zijn rechten onder de AVG.

De rechter schrijft dat de opnamen van de villa geen persoonsgegeven zijn, omdat de straat en de gemeente niet worden genoemd, evenmin als de naam van de verhuurder. Dit is volgens de rechter “te onbepaald om aan te kunnen merken als persoonsgegevens.”

Ook gaat de rechter in op het betoog dat het vermelden van de veroordeling als huisjesmelker een gegeven is van strafrechtelijke aard, als bedoeld in artikel 10 van de AVG. De rechter vindt dat het géén strafrechtelijk gegeven is, omdat het niet is opgenomen in een register of databank.

De rechter schrijft:

“De vermelding van die veroordeling in een aflevering over diens verhuurderschap merkt de voorzieningenrechter daarom aan als het simpelweg vermelden van een feit. Talpa verwerkt dat nieuwsfeit niet in een register of databank met persoonsgegevens over [eiser sub 1] , zodat artikel 10 van de AVG niet van toepassing is.”

Persoonsgegevens

Oei. Tegen beide beoordelingen valt wel wat in te brengen. De definitie van persoonsgegeven is niet beperkt tot direct herleidbare gegevens zoals naam en adres. Alle mensen in de omgeving van de verhuurder, waaronder de mensen die diens vrouw en kinderen kennen, kunnen de villa herkennen. En die mensen kunnen vervolgens de naam van de bewoner opzoeken, via bijvoorbeeld het naambordje of via het kadaster. Daarom is volgens mij wel degelijk sprake van een persoonsgegeven, ook al gebruikt de betrokkene de villa óók als kantooradres.

Vergelijk dit bijvoorbeeld met het maken van foto’s van huizen voor diensten van bijvoorbeeld Cyclomedia en Google Street View. Beide bedrijven stellen mensen in staat om de foto’s van hun huizen onherkenbaar te laten maken. Met goede redenen. In 2013 heeft het Gerechtshof Amsterdam weliswaar gezegd dat het vermelden van een adres in Google Maps en in Google Street View geen persoonsgegeven is, maar dat was nadat Google de foto van het huis had geblurd, en het onmogelijk had gemaakt om op naam van de bewoner te zoeken.

De ongeblurde opname van de villa is volgens mij daarom wel degelijk een persoonsgegeven. Maar daarmee is het gebruik ervan in de uitzending nog niet verboden. Net als Cyclomedia en Google Street View mag ook de producent van ‘Foute boel’ opnames van huizen maken en publiceren. Dat mag met een beroep op de grondslag van artikel 6(1)f AVG; de noodzaak voor de behartiging van het gerechtvaardigd belang van de verantwoordelijke.

Strafrechtelijke informatie

En dan de redenering dat informatie over een veroordeling pas een gegeven zou zijn van strafrechtelijke aard als het opgenomen is een register. Die ingeving komt kennelijk voort uit een haastige lezing van de AVG. De Europese wetgever verbiedt de verwerking van gegevens van strafrechtelijke aard. Punt. En je mag alleen omvattende registers bijhouden van strafrechtelijke veroordelingen onder toezicht van de overheid. Daarmee zegt de AVG niet dat losse informatie van strafrechtelijke aard geen persoonsgegeven is. Ook de verwerking van een ‘los’ strafrechtelijk gegeven is verboden op grond van artikel 10 van de AVG. Of misschien doelde de rechter op een andere uitzondering op de toepasselijkheid van de AVG.

Uit artikel 2 van de AVG blijkt dat de verordening niet van toepassing is op een handmatige verwerking van persoonsgegevens, als ze tenminste niet in een bestand zijn opgenomen en ook niet bestemd zijn om daarin te worden opgenomen. Maar een tv-uitzending over een persoon is wel degelijk een automatische verwerking van persoonsgegevens. Dus ook langs die weg kom je niet toe aan de vraag of sprake is van een bestand. Zeker niet sinds het Europees Hof van Justitie in de Nowak-zaak (C 434/16, ECLI:EU:C:2017:994) heeft bepaald dat één enkel examenresultaat (op papier) van één student al een persoonsgegeven is.

Nederlandse uitvoeringswet AVG

De rechter had kunnen volstaan met de beoordeling dat een beroep op artikel 10 AVG niet kan slagen, nu het om een journalistieke uiting gaat. De Nederlandse uitvoeringswet bepaalt dat de AVG niet van toepassing is op de verwerking van bijzondere persoonsgegevens en gegevens van strafrechtelijke aard als de persoonsgegevens noodzakelijk zijn voor een journalistiek doel.

Artikel 43, derde lid, van de Uitvoeringswet AVG luidt als volgt:

De artikelen 9 en 10 van de verordening zijn niet van toepassing voor zover de verwerking van de in die artikelen bedoelde gegevens noodzakelijk is voor het journalistieke doel of de academische, artistieke of literaire uitdrukkingsvorm.

Samenvattend is de operatie in dit kort geding geslaagd (het niet verbieden ervan is de juiste uitkomst), maar is de AVG-patiënt overleden. Dit omdat er een onjuiste redenering is gebruikt om tot die uitkomst te komen'.

In een volgende blog zal ik verder ingaan op de journalistieke exceptie in Nederland. Want wat is een journalistieke uiting? Wie mag zich journalist noemen? En wat bedoelt de AVG met de term ‘uitsluitend journalistieke doeleinden’?

Download